
De toepassing van bladgoud gaat hand in hand met het traditionele, meestal polychrome, houtsnijwerk op Bali. Al ruim voor de 19e eeuw werd bladgoud gebruikt bij beelden die voornamelijk werden gesneden voor het hof en de belangrijke tempels, wat we ook terug vinden op belangrijk houtsnijwerk dat op het toenmalige voornamelijk Hindoeïstische Java werd gemaakt.
Goud werd dan ook geassocieerd met de goden en was in vroege tijden ook alleen aan hen en aan degene die in contact met hun stonden voorbehouden, zoals hoge priesters en de koninklijke familieleden.
De diverse hoven op Bali waren dan ook in het bezit van vele gouden voorwerpen, van offerschalen, krissen en sieraden tot aan meer dagelijkse gebruiksvoorwerpen als sirih stellen.

Het bladgoud werd ook veelvuldig toegepast, niet alleen binnen het houtsnijwerk, maar ook kostuums van (hof)danseressen werden rijkelijk belegd met bladgoud om zo onder andere de goddelijke status van de karakters die zij uitbeelden te bevestigen. Kronen, jasjes, kain prada (omslagdoeken) en ook sieraden: deze werden allemaal ‘verguld’, uit goud vervaardigd of met gouddraad geweven.
Hieronder ziet u zo’n Kain Prada: de rode zijden omslagdoek is belegd met bladgoud in traditionele patronen.

Houtsnijwerk en bladgoud
Vaak zien we bij de oudere beelden, veelal gemaakt voor 1950, dat bladgoud werd toegepast. Zeker bij de beelden vervaardigd voor 1930. De toepassing van bladgoud is dan ook een goede graadmeter om te gebruiken bij het inschatten van de leeftijd, maar wel in combinatie met andere specifieke kenmerken, zoals de snijstijl en het kleurgebruik. De reden dat zeker bij deze oude(re) beelden bladgoud werd gebruikt, was omdat deze beelden toen nog veelal vanuit traditioneel oogpunt werden vervaardigd: vaak ter verering – of als aards lichaam van de goden. Dit maakte van deze beelden zeer belangrijke voorwerpen en daarvoor gebruikte men enkel de beste materialen, passend bij deze goddelijke status.
Toen houtsnijwerk langzamerhand ook voor de enkele Westerlingen werd gemaakt, rondom het begin van de 20ste eeuw, werden de beelden over het algemeen nog steeds volgens de traditionele norm gesneden. Pas later, met de grootschaligere opkomst van het toerisme in de 20ste eeuw, vervaagden de voorschriften en normen van het snijden van deze heilige beelden en ontstond er meer vrijheid in vorm, materiaal en gebruik van deze beelden.
Hieronder ziet u een detail van een beeld, met daarin heel duidelijk bladgoud, dat in een cirkelvorm is aangebracht. Door de jaren heen is het bladgoud wat los gaan laten en vertoont het enige slijtage. De schittering en kleur is nog mooi bewaard gebleven en goed zien we, dat er echt een laagje goud is gebruikt.

Het waren zowel de sieraden als de kledingstukken die werden beschouwd als ‘sieraad’; het vormde een geheel met elkaar. Deze kledingstukken werden dan ook met regelmaat voorzien van bladgoud: kronen, diademen, halssieraden, arm- en enkelbanden, gordels en heilige koorden. Op Bali kwam het dan ook voor, dat gehele kledingstukken grotendeels waren gemaakt uit massief goud, zoals het vest hieronder dat is buitgemaakt tijdens de Puputan van Klungkung en afkomstig is uit het paleis van Klungkung.

In de houten beelden zien we dit terug, doordat kledingstukken en sieraden geheel belegd met bladgoud werden en hierbij regelmatig ‘edelstenen’ werden geverfd.
Hieronder ziet u zo’n voorbeeld: een detail van een kroon, met daarin grote druppelvormige rode edelstenen.

Vierkant goud
Een andere goede graadmeter met betrekking tot de toepassing van bladgoud, is een specifieke toepassing van het bladgoud in de vorm van kleine vierkantjes. Op onderstaande foto is dit goed te zien. Het is een detailopname van een architectuur element, een pilaarbasis in de vorm van een Boma kop. De toepassing van het bladgoud in kleine vierkantjes is rijkelijk gebruikt en gezien de leeftijd nog goed bewaard gebleven.

Hoewel dit lang niet op elk beeld uit dezelfde tijdsperiode werd toegepast, is dit een kenmerk voor houtsnijwerk en andere voorwerpen van voor 1900.
De bij ons bekende objecten waarbij dit werd toegepast hebben daarnaast als overeenkomst dat deze allen de goden ten dienst waren of een goddelijke functie hadden. Wat deze objecten nog meer met elkaar verbind, is dat zij allen met veel zorg en aandacht zijn vervaardigd: het waren rijkelijk bewerkte, hoogstaande objecten van een uitzonderlijke kwaliteit. We kunnen daaruit concluderen, dat de toepassing van deze gouden vierkantjes, gebruikt werd bij objecten die als zeer belangrijk werden aangemerkt. Voorbeelden hiervan zijn offerschalen, oude kepengbeelden en houten figuren.
Verkleuring door de jaren heen
Natuurlijk heeft de tijd ook zijn effect op het bladgoud. Over het algemeen zien we dat door natuurlijke slijtage: het goud is dan dunner geworden en de onderliggende (pigment/verf) laag komt hier doorheen, of het goud is (gedeeltelijk) verdwenen.
Wat echter ook gebeurd en opvallend is, omdat goud over het algemeen niet snel verkleurd, is dat door slijtage de schittering van het goud afneemt en het bladgoud zich in hele kleine mate is gaan hechten aan en vermengd is met het onderliggende pigment van het beeld of de verf , stof en ander vuil. Het goud is hierdoor dof geworden en verkleurd, vaak in een donkerdere kleur. Dat betekent, dat het oppervlak van het goud licht is gaan corroderen en zich een aanslaglaagje heeft gevormd. We zien dan een goud/bruinige kleur die nog achterblijft op de plek waar het bladgoud zat en wat vaak niet, of nauwelijks, nog een schittering heeft, zoals hieronder te zien:

Doordat het bladgoud door de jaren heen nog dunner is geworden dan het al was, is de oorspronkelijke goudkleur en schittering vaak niet meer terug te brengen: er is simpelweg te weinig goudmateriaal over om dit te kunnen doen. Probeer dit ook vooral niet ‘op te poetsen’, want de kans bestaat dat u dit laagje èn de onderliggende verflaag beschadigd of wegpoetst.
Goud verf en imitatie goud
Na de opkomst van het toerisme op Bali, vanaf ongeveer de jaren ’20 van de vorige eeuw, zien we dat beelden steeds meer vervaardigd werden voor het toerisme en er daarnaast ook steeds meer van de strenge traditionele voorschriften bij het snijden van de goden beelden werd afgeweken. We zien daarbij ook dat technologische ontwikkelingen mee gaan spelen, specifiek de ontwikkeling van ‘goud(kleurige)’ verf. Zeker bij meer moderne beelden, vervaardigd na circa 1950, zien we het gebruik van een goudkleurige verf het echte bladgoud vervangen. Het was natuurlijk een goedkopere en makkelijkere optie. Daarnaast wordt ook goudverf gebruikt, waarin bladgoud is verwerkt. Hierdoor krijgen de beschilderde onderdelen nog wel de echte schittering van goud mee. Wanneer goed uitgevoerd, is dit soms lastig van het ‘echte werk’ te onderscheiden.
Een indicator hiervan, is dat wanneer er met bladgoud is gewerkt, dat men over het algemeen geen strepen ziet van een kwast. De vergulde onderdelen zijn vaak in één stuk verguld
Ook zien we goud worden geïmiteerd, door bijv. gele verf te gebruiken of andere materialen die lijken op goud.
De uitzondering
Zoals met heel veel zaken in het Balinees houtsnijwerk, zijn er altijd uitzonderingen. Ook bij het vervaardigen van moderne beelden wordt nog steeds echt bladgoud toegepast. Tegenwoordig kan u zowel bij zeer hoogstaand houtsnijwerk bladgoud terugvinden, als bij het massa geproduceerde houtsnijwerk dat in de toeristenwinkels naast de Bintang blikhouders wordt verkocht. En alles hier tussen in. En ook beelden na 1950 hebben wel eens echt bladgoud. Het vergt dus enige ervaring en kennis om het onderscheid te kunnen maken in moderne en oude(re) beelden, waarbij zoals gezegd, ook gelet moet worden op de snijstijl, het kleurgebruik en in veel gevallen ook het patine. In het hoofdstuk ‘De Tijdlijn’ ziet u hier een aantal voorbeelden van. Mocht u toch een vraag hebben over uw houtsnijwerk, stuurt u ons dan vooral een mail.