Polychroom beelden zijn beschilderde beelden. Deze zijn over het algemeen veelkleurig beschilderd, veelal tot in de fijnste details. Polychroom beelden zijn de traditionele beelden, die een functie hadden op Bali. Zij dienden ter bescherming, als representatie van een godheid op aarde, ter verering en meer.
Het waren beelden die werden geplaatst bij tempels, in de nok van belangrijke gebouwen, bij huisaltaren en bijvoorbeeld dienden als krisdragers. Op Bali was er een groot respect voor deze beelden, ze waren immers ‘heilige’ objecten.
Er bestond dan ook eeuwenlang een strenge, voorgeschreven vorm voor deze beelden in het land van herkomst, India. Daar van afwijken kon rampspoed veroorzaken. Dit maakt ook dat door de eeuwen heen, deze figuren er nagenoeg hetzelfde hebben uitgezien. Op Bali leken de figuren niet meer op hun Indiase evenbeelden. Hoewel ook op Bali er altijd belangrijke regels waren over hoe deze beelden er uit dienden te zien is er wel enige variatie geweest. Per district konden de figuren ook van elkaar afwijken. Echter, ook op Bali geloofde men dat als er teveel werd afgeweken van de voorschriften, dit rampspoed kon veroorzaken!
De Balinezen konden zich als geen ander de kunst en cultuur van andere volken eigen maken en implementeerde dit probleemloos in hun eigen cultuur, met behoud van de eigen identiteit. De figuren die worden afgebeeld bij de polychroom beelden zijn dan ook vaak figuren uit bijvoorbeeld het Indiase Ramayana, maar zijn in uiterlijk nauwelijks ter herkennen, in vergelijking met hun Indiase variant.
Ook nog nu worden deze beelden gemaakt, als authentiek object met een doel, maar veelal ook voor de toeristenindustrie, als souvenir. Op deze website zullen we het voornamelijk hebben over de authentieke, oudere beschilderde beelden.
Pas laat in de 20ste eeuw, zo rond 1950, werden deze beelden steeds meer gemaakt voor de ’toeristen’. Tgenwoordig ziet men met name de veelkleurige garuda’s te koop op toeristenmarkten en in de souvenirshops. Deze zijn helaas vaak van een zeer slechte kwaliteit: erg vlug gesneden, uit verhouding, hoekig en niet realistisch weergegeven. Ook de beschildering is vaak nogal overdreven met felle kleuren, die oorspronkelijk niet werden gebruikt voor deze beelden. Maar, gelukkig zijn er nog steeds hele mooie, beschilderde exemplaren te vinden, deze worden tot op de dag van vandaag nog gebruikt o.a. in tempels, belangrijke gebouwen en voor ceremonies.
De oude exemplaren zijn zeldzaam. Er zijn niet ontzettend veel van deze oude beschilderde beelden bewaard gebleven. Dat kwam o.a. doordat deze vaak buiten stonden. Het Balinese klimaat was niet gunstig voor houten voorwerpen. Ondanks dat de beelden vaak wel onder een dak stonden, zorgde het vochtige klimaat voor houtrot en schimmel waardoor zo’n beeld relatief snel verging of in ieder geval niet meer geschikt was om te dienen als heilig object. Daarnaast zorgde de vele aanwezige termieten ervoor dat houten objecten snel vergingen. De verflaag die destijds werd gebruikt zorgde wel voor bescherming, maar sleet vaak af. Deze verflaag had een dubbele werking: enerzijds was het kwetsbare hout hierdoor beschermd tegen weersinvloeden en termieten, anderzijds konden hiermee specifieke betekenissen, kenmerken en patronen worden aangebracht. Zo is de lichaamskleur van Vishnu bijvoorbeeld geel en zijn de patronen op de kleding vaak fantastisch geschilderd.
De beschildering van deze beelden werd dus ook toegepast om bepaalde betekenissen aan het beeld mee te geven: bepaalde patronen op de omslagdoeken of ‘kain’ van de figuur werden uitgebreid beschilderd en mochten alleen gedragen worden door vorsten en goden.
In de kleurstellingen zien we bij de oude beelden kleuren en kleurstellingen terug die we ook terug zien in de oude Kamasan schilderingen: het gebruik van rood, blauw en wit werden veelvuldig op een bepaalde wijze gebruikt.
Op de polychrome beelden werd veel gebruik gemaakt van bladgoud. Deze gaven een beeld een prachtige schittering en benadrukten de belangrijke status van zo’n beeld. Het dragen van veel goud was vroeger immers alleen voor goden en koninklijke leden weggelegd. Op veel beelden is dit gebruik van bladgoud nog goed terug te zien. Vaak is het goud enigszins of grotendeels versleten en dof geworden door het stof dat tientallen jaren, soms zelfs meer dan honderd jaar op zo’n beeld heeft gelegen. Veel oude beelden die zijn meegenomen naar het Westen, hebben lang bij mensen op kasten gestaan en verdwenen nog vaker naar een plekje op zolder, vergeten en uit de smaak geraakt. Er zijn relatief weinig van deze beelden bewaard gebleven en meegenomen naar het Westen, als je het vergelijkt met bijv. de Balinese art deco beelden.
Onderwaardering
Naast dat er weinig van deze beelden bewaard zijn gebleven, is er altijd beperkte interesse in geweest voor 1950. De beelden werden door de Westerse wereld als ‘afgoden’ gezien en waren vaak niet welkom. Los van het Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappen was er voor circa 1900 vrijwel geen interesse in de inheemse kunst. Dit was dan ook de enige instantie die inheemse objecten verzamelden en conserveerde.
In 1904 was W.O.J. Nieuwenkamp op Bali op een zoektocht naar inheemse kunst. Hij was verbaasd zoveel kunstvormen te vinden, maar kwam er al snel achter dat er maar weinig interesse voor was onder de aanwezige Westerlingen. De belangrijke mannen waardeerden dit niet en vonden het maar ‘rommel’. W.O.J. Nieuwenkamp wist een schat aan informatie en objecten aan te leggen, waardoor duidelijk werd dat er al eeuwenlang een levendige kunstnijverheid cultuur bestond op Bali. Hij is dan ook zeer belangrijk geweest hiervoor en heeft diverse boeken en artikelen gepubliceerd hierover.
Na 1950 werden beschilderde beelden al speciaal gemaakt voor het toerisme. Wellicht daarvoor ook al in zeer kleine mate. De authentieke beelden werden hierdoor ook populairder. Verzamelaars van Tribale en Oceanische kunst wilden graag authentieke objecten hebben en ook liefhebbers van Balinese kunst zochten originele exemplaren. Rond 1970/1980 werd er een stuk meer verzameld en was het populairder en toegankelijker om dit soort beelden te verzamelen. Hierdoor werden ook de Balinese polychroom beschilderde beelden steeds meer verzameld en daarmee ook goed geconserveerd. Toch bleef dit altijd een stuk minder populair dan het verzamelen van de Balinese art deco beelden met voorstellingen van mooie dames of gestileerde godenfiguren.
Daarentegen werden die art deco beelden juist door de meeste verzamelaars van Tribale en Oceanische kunst, kunsthandelaren en hoog gewaardeerde instanties niet als ‘authentiek’ gezien, maar als toeristenobject in plaats van kunstobject. Hierdoor bleven en blijven de art deco beelden ook nu nog ondergewaardeerd. Maar we hebben het hier over de polychroom beelden. We halen de art deco beelden aan, om een vergelijking te maken, want beide beelden worden niet als volwaardig gezien. De Balinese polychroom beelden worden namelijk ook door veel verzamelaars van Tribale en Oceanische kunst, kunsthandelaren en hoog gewaardeerde instanties nog niet voor even ‘waardig’ aangezien als bijv. authentieke antieke beelden uit Afrika.
De authentieke beschilderde Balinese beelden worden zelfs minder gewaardeerd en op waarde geschat dan beelden uit andere delen van Nederlands-Indië uit exact dezelfde tijd, zoals bij beelden uit Papua-Nieuw Guinea of Nias. De onderbouwing die hier voor wordt gegeven, is vaak dat Afrikaanse beelden of beelden uit bijv. Nias authentieker zijn, doordat deze een functie hadden voor bijv. voorouderverering en werden gebruikt tijdens bepaalde rituelen.
Het zal meer te maken hebben gehad met de smaak van die tijd: Tribale kunst was ìn en er werd met name gewaardeerd op krachtige, strakke vormen, zoals die ook bij Afrikaanse objecten werd gezien. De Balinese beelden waren voor veel verzamelaars van tribale kunst te uitbunding, niet gestileerd genoeg en te ‘fel’ beschilderd. Deze pasten niet thuis in wat toen Tribale kunst werd genoemd qua uiterlijk. Het werd wel eens gezien als te ‘kitscherig’. Hiermee was het soms moeilijk voor te stellen, dat het ging om authentieke beelden, met een functie.
Juist de beschilderde Balinese beelden waren ‘gebruiksobjecten’. Heilige rituele objecten, welke geïmplementeerd waren in het dagelijkse leven. Sommigen hadden een vaste plek en functie, zoals een garuda beeld in de nok van een belangrijk gebouw dat bescherming bood, anderen werden met veel zorg en aandacht bewaard in heilige tempels, vaak omwonden met beschermende (vaak witte of zwart wit geblokte) doeken en alleen tevoorschijn gehaald tijdens speciale ceremonies. Deze objecten werden besprenkeld met heilig water, bewierookt en aanbeden.
Goden beelden werden dan ook gezien als representatie van de goden op aarde en als vaartuig: de goden konden in deze beelden afdalen om hun invloed uit te oefenen op aarde. Deze beelden moesten dan ook zeer goed verzorgt worden: gevoed met de bekende, prachtige Balinese offers, bestaande uit o.a. rijst, koekjes, wierook en als het even kan een lekker kretek sigaretje. De beelden stonden altijd in de schaduw: op een schaduwrijke plek, of beschermd door een traditionele parasol.
Voor crematieceremonies, de Ngaben, werden voor belangrijke personen gigantische beelden vervaardigd uit stof/papier en bamboe, dat kon bijvoorbeeld in de vorm zijn van een zwarte koe voor personen van koninklijke komaf. Zo vond dit in april 2019 nog plaats in Ubud, toen de Tjokorde van Ubud overleed. Voor hem was er een beeld van een zwarte koe vervaardigd, welke tijdens de crematie volledig werd verbrand, zodat deze hem naar de hemel kon voeren.
Qua gebruik, rituele en culturele waarde verschillen de Balinese beschilderde beelden dan ook niet zo veel ten opzichte van authentieke beelden uit Afrika of andere delen van Indonesië. De onderwaardering hiervan is dan ook volkomen onterecht. Onze opinie is dan ook dat het hoogtijd wordt dat er meer waardering komt voor deze beelden. Natuurlijk hebben de verzamelaars hier zelf een leidende rol in: Musea, belangrijke instanties, handelaren enz. zullen altijd de verzamelaars volgen, wanneer er voldoende interesse is en er veel geld uitgegeven wordt op een bepaald gebied. Het is niet voor niets dat in veel musea er veel aandacht was voor Chinese kunst en tentoonstellingen opnieuw werden ingericht, nadat er een opleving was van Chinese kunst toen de nieuwe rijke Chinezen massaal hun erfgoed begonnen terug te kopen en gigantische bedragen betaalden hiervoor. Ook dit is altijd aan trends onderhevig.
Meegespeeld in deze onderwaardering heeft natuurlijk ook het feit dat Bali lange tijd grotendeels heeft kunnen ‘ontsnappen’ aan de Westerse invloeden. Er viel minder te halen op dit eiland, waardoor het minder interessant was voor bijv. de VOC. Er is daardoor ook minder interesse geweest in de cultuur en kunst van Bali, doordat daar minder mee in aanraking werd gekomen. De tribale objecten werden al langer verzameld en hierdoor ook al langer in musea tentoongesteld en verhandeld. Er is meer over geschreven en er is meer over bekend. Van sommige beelden uit andere delen van Indonesië is tot meerdere eeuwen geleden de provenance (herkomst) bekend, wat bij maar zeer weinig beelden uit Bali het geval is. Deze onderwaardering is er dus altijd enigszins geweest. De ‘maatstaven’ en ‘waardebepaling’ zijn inmiddels al vastgesteld en dat is zeer moeilijk bij te stellen.
Toch blijven het zeer interessante en authentieke objecten om te verzamelen, zeker voor de verzamelaar die zich liever richt op authenticiteit en het ‘verhaal achter het object’ , dan op provenance of de gangbare waardering. Want zeker de oude, beschilderde Balinese beelden zijn zeer interessante objecten: er zijn vele verschillende figuren, elk met een eigen verhaal. De mate van detaillering is vaak subliem. Dit zorgt er ook voor dat de beelden minder gewild zijn dan bijv. Afrikaanse gestileerde beelden, die beter passen in een modern interieur. De smaak van de nieuwe lichting verzamelaars is veranderd namelijk. Er wordt meer verzameld op decoratieve waarde, dan op antroplogische waarde, het verhaal dat bij het object hoort. Een beschilderd Balinees beeld, past vaak minder goed in een strak, modern interieur vinden veel mensen. Daarnaast is het lastig om met geen tot weinig kennis onderscheid te maken tussen authentieke, oude Balinese beelden en de modernere beelden. Belangrijk is het daarom om je te verdiepen hierin en met verdieping en begrip, komt waardering.
Toch nog even over de sublieme details van deze beelden. Of dit nou is door de minitieuze uitwerking van het houtsnijwerk, of de precieze beschildering, de details zijn vaak prachtig. Ook dit maakt deze beelden zo interessant. Veel details lijken toevallig, maar zijn vaak met een reden aangebracht. Zoals we al eerder beschreven, zijn bepaalde kleuren bedoeld voor bepaalde goden, is het mes in de handen een traditioneel wapen, waar ook een verhaal achter zit, zien we soms andere figuren, zoals een slang, bij een beeld, wat ook weer een betekenis heeft en hebben alle sieraden en bijv. de kroon ook specifieke benamingen en een doel. Kortom, er valt vaak genoeg te ontdekken aan zo’n beeld.
Bij de beelden op deze website, worden dan ook een aantal aspecten van het betreffende beeld uitgelegd. We nodigen u van harte uit om hier meer over te lezen en wensen u daarmee veel leesplezier.