Edelstenen en edelmetalen

In Indonesië hebben edelstenen en edelmetalen als goud en zilver altijd een belangrijke rol gespeeld. Het werd vaak gezien als materiaal dat alleen bestemd was voor de goden, koningen en zijn familie. Er werden dan ook magische krachten aan toebedeeld en tot op de dag van vandaag zijn bijv. (half- edel) stenen zeer populaire objecten om bijv. meer geluk aan te trekken, sterker te worden of succes te behalen. We zien dan ook vaak uitgebreide sieraden terug op de beelden, vaak stellen dit gouden sieraden voor, soms ingelegd met edelstenen.

Edelstenen

Niet alleen in Indonesië, maar ook in veel andere landen, worden magische krachten toegeschreven aan edelstenen en zijn ringen de ideale manier om deze te dragen. Deze krachten konden de drager o.a. beschermen tegen kwade invloeden, onoverwinnelijk maken, geluk aantrekken of hun macht vergroten

Een veelgebruikte edelsteen in Indonesië en zeker op Bali is de robijn. Deze is vaak cabachon geslepen. Ook saffieren en smaragden werden veel gebruikt, naast (berg)kristal en andere stenen.

Hieronder ziet u een Balinese gouden ring, bezet met robijn in een paars/roze kleur.

gouden ring met robijn, Bali Indonesië, 19e eeuw. De robijnen hebben een typische rood / roze kleur.

Het is goed om te benoemen dat de Westerse kijk op edelstenen enorm verschilt met de kijk op edelstenen van veel Aziatische culturen, zeker ‘vroeger’.Waar in het Westen edelstenen met name werden gewaardeerd op hun helderheid, de mate van oneffenheden/inclusies, de kwaliteit van de slijpvorm, de slijpvorm zelf en de grootte, werd er in veel Aziatische culturen gekeken naar de ‘magische’ betekenis en kracht van de steen, de kleur en waarvoor de steen gebruikt moest worden. We zien daarom vaak edelstenen in Balinese sieraden welke in het Westen niet als van hoge kwaliteit worden gezien. Deze zijn vaak niet vrij van inclusies, hebben niet de populairste slijpvorm en zijn vaak ook niet de meest kostbare soort edelsteen vanuit een Westers perspectief. Echter vanuit Indonesisch (en vele ander Aziatische landen) perspectief, zijn dit juist de meest kostbare stenen: bijv. wanneer in een niet heldere steen, de inclusies de vorm hebben van een bepaalde godheid of dier. Of wanneer er een andere bijzondere tekening te zien is. Ook juist een bijzondere kleur, is belangrijker dan de helderheid van de steen. Niet edelstenen of halfedelstenen, worden soms hoger op waarde geschat dan edelstenen.

Op Bali zien we bijv. het gebruik van bergkristal voorkomen op sieraden van de belangrijkste figuren. Vaak op de bovenkant, in het midden van een kroon en op de schoudersieraden van een hogepriester. Er werd dan ook geloofd dat bergkristal bijdroeg aan het contact maken met de godenwereld en door deze te dragen, je in contact stond met de godenwereld, wat alleen heersers en priesters mochten/konden. Ook droeg dit bij aan de ‘goddelijke’ status van deze personen: i.c.m. met de schittering van het goud en het felle zonlicht, gaf bergkristal een heldere, stralende schittering, wat een magisch effect geeft.

Nu nog dragen hoge priesters bergkristal op o.a. hun schouderstukken, de top van hun hoofddeksel en aan hun kettingen, zoals te zien op onderstaande foto.

Balinese hoge priester. Zwart wit foto. De priester draagt traditionele kledij, bezet met o.a. goud en bergkristal. Bali, Indonesië.

Daarnaast is robijn dus een veel gebruikte edelsteen, welke in hoog aanzien stond. De mooist gekleurde edelstenen werden hiervoor gebruikt. Op Bali was dat de paars-roze kleur die het meest gewaardeerd werd, in tegenstelling tot de Pidgeon blood rode kleur die in het Westen de meest kostbaarste is. Deze robijnen hadden vaak vele inclusies, maar een hele heldere kleur. Maar juist ook aan inclusies in edelstenen werden krachten toegeschreven. Een bijzondere vorm van de inclusies kon de edelsteen juist extra kostbaar maken, bijv. als daar een belangrijke aspect in terug te zien was, zoals een oog, een ster enz, zoals al eerder benoemd.

Edelmetalen

Goud. Het gele, glanzende, zware metaal dat al eeuwenlang door verschillende culturen als uiterst waardevol en goddelijk wordt aangewezen, was ook in Indië zeer belangrijk. Het was het metaal voor koningen en goden, alleen de machtigste personen mochten zich hiermee uitdossen.

Gouden godenbeeldje. Java, Indonesië. Circa 1200 - 1500 na Chr.

Hierboven ziet u een gouden plaquette uit de periode 1200-1500 N. Chr. , gevonden op Midden-Java. De plaquette bevind zich in een Nederlands museum.

Al eeuwenlang was het goud in Indonesië in gebruik. Dat weten we door archeologische opgravingen van gouden objecten, maar ook door o.a. stenen en bronzen sculpturen te analyseren.

Hoewel op de meeste beelden niet te zien is van welk materiaal de sieraden die de figuren dragen zijn gemaakt, kunnen we er van uit gaan dat dit voor bijv. godenfiguren goud is geweest. Ook is bekend, dat er speciaal voor beelden, soms een extra gouden uitrusting werd vervaardigd, welke op het beeld konden worden geplaatst.

Op houten polychroom beelden is dit vaak nog wel goed te zien: deze zijn naast de kleuren waarmee zij zijn beschilderd, vrijwel altijd voorzien van bladgoud, vaak zijn de sieraden op deze manier verguld, zoals arm- en enkelbanden, borstsieraden en de kroon. Ook zien we beelden terug die geheel zijn verguld. Goud was dan ook enkel voorbehouden aan goden en heersers.

Hieronder ziet u een detailfoto van een houten polychroom beschilderd beeld, waarop duidelijk de gouden sieraden zijn te zien.

Garuda and Vishnu, Bali wood carving, Indonesia. Vishnu and Garuda wearing gold jewelry. The wood carving is painted. Circa 1900 - 1930

Veelal zien we bij het Balinees houtsnijwerk sieraden die qua vorm en betekenis hun oorsprong vonden uit de Hindu-Javaanse periode en uitgevoerd waren in goud. Dat is bijzonder, omdat op Java vrijwel geen goud voorkwam. Goud werd dan ook geïmporteerd, maar wel in zulke grote hoeveelheden, dat Java vroeger al bekend stond als ‘Goudeiland’. In een geschrift omtrent het Ramayana van circa 150 n.C. staat namelijk al beschreven: ‘doorzoekt zorgvuldig Jawadwipa, dat met zeven koninkrijken prijkt , het goud- en zilvereiland, versierd door goudsmeden’. De rijkdom van de Koningen moet dan ook immens zijn geweest en de manifestatie hiervan in goud zeer indrukwekkend.

In 1597 schrijft de Nederlander Aernoudt Lintgensz over zijn bezoek aan Bali en de ontzettende hoeveelheid rijkdom die hij daar ziet in het contact met de koning van Bali, dat de koning en zijn gevolg beladen waren met gouden sieraden, gouden lansen en andere gouden objecten , maar dat er ook honderden soldaten van de koning waren die geweren droegen, welke met zilver waren beslagen. Wanneer de koning dan op pad ging, bijv. van zijn paleis naar het strand om de Nederlanders te ontmoeten, dan rukte hij met zijn hele gevolg uit, soms wel een paar honderd man, allen voorzien van de meeste overweldigende gouden en zilveren sieraden en wapens. Ook schrijft de auteur dat hij verbleef in het paleis en hij daar uit gouden bekers dronk en vele gouden krissen zag, welke allen met zeker 2 pond goud waren belegd. Het gebruik van edelmetalen was dus in overvloede aanwezig en moet een enorme indruk hebben gemaakt. Ook hierin zien we terug dat de heersers van toen hun macht en rijkdom visueel lieten blijken, met het toepassen van goud en zilver, ermee pronkten, om hun belangrijke positie extra kracht bij te zetten.

In de eeuwen voor Christus werd al gebruik gemaakt van zilver voor bijv. Boeddhabeeldjes, maar ook van goud. Echter waren de zilveren exemplaren veel minder voorkomend en zijn daar minder bewaard van gebleven dan van de gouden exemplaren. Onderstaande afbeelding toont een zilveren beeld, voorstellende Padmapani op een bronzen troon, gemaakt in de periode 800 – 1000 Na Chr. . Dit object bevindt zich in een Nederlands museum.

Padmapani uitgevoerd in zilver, zittend op een bronzen troon. Java, Indonesie. Circa 800 - 1000 Na Chr.

Wat naast goud en zilver erg gewaardeerd werd, was het Suasa. Suasa is een legering van goud, zilver en koper en heeft een wat rood/roze achtige kleur. Afhankelijk van de verhoudingen van deze metalen, wordt Suasa gewaardeerd, bijv. op kleur.

Er zijn volken in Indonesië die zelfs suasa verkozen boven goud, zoals in Aceh. Naast het mixen van deze metalen tot suasa, kon ook door middel van een zuurbehandeling deze kleur worden verkregen op vrijwel puur goud. Hiermee bleef de waarde en zelfzaamheid van het goud hoog, maar veranderde de kleur. In Bali zien we het gebruik van Suasa vrij weinig, maar voor Indonesië is het een belangrijke vorm, waardoor we het toch noemen.

Onderstaand ziet u een detailfoto van een pendok (overschede) van een kris, uitgevoerd in suasa, waarbij een subtiele rood/roze glans is te zien.

Detailfoto van een kris pendok in suasa uitgevoerd. Java, Indonesië

Edelmetalen werden niet alleen voor sieraden gebruikt, maar ook voor andere voorwerpen, zoals wapens en gebruiksvoorwerpen als schalen, waterkannen, sirihstellen enz.

Het hoogtepunt van de goudsmeedkunst werd volgens velen bereikt tijdens de Majapahit periode. naast dat goed toen in overvloed werd gebruikt, waren de ontwerpen van gouden objecten zo verfijnd en fraai, dat dit nooit meer is overtroffen. Er werden ingewikkelde ontwerpen gemaakt, waarbij zelfs de kleinste voorwerpen uitbundig waren bewerkt. Ook na de Majapahit periode werden er nog prachtige gouden objecten gemaakt, maar langzamerhand worden de ontwerpen minder complex en de edelsmeedkunst lijkt in kwaliteit af te nemen. In 1906 is er in Amsterdam een tentoonstelling omtrent o.a. kunst uit Indië, waarin al beschreven staat dat de edelsmeedkunst op Java hoogwaardig is, maar dat de echte bloeitijd inmiddels voorbij is. Dan word vervolgd, dat er verassend genoeg op Bali nog wel een edelsmeedkunst heerst de goudsmeedkunst nog wel rijkelijk bloeit. Er worden hier nog rijk bewerkte sieraden, krisgrepen en schedes, borstsieraden, schalen en andere objecten gemaakt met een uiterste zorg en aandacht: precies, verfijnd en toch fors en breed. Een mooi citaat in de bijbehorende catalogus luidt: “Het is in één woord een in hooge mate karaktervolle en expressieve goudsmêekunst, met kloeke forsche ornamentatie, breed uitgevoerd, waarbij alle angstvalligheid vermeden is, waarbij de werkman in eens, spontaan onder het drijven zijn hartslag overbrengt in het zilver, echte levende kunst. “

Uit dit citaat blijkt al, dat de edelsmeedkunst op Bali lange tijd zeer hoogstaand is geweest. Ook vandaag de dag nog vindt men op Bali de mooiste objecten in goud en veelal in zilver. Het dorp Celuk staat nog steeds bekend als hét centrum van de edelsmeedkunst, waar men nu nog veel gouden en zilveren objecten, veelal sieraden, kan vinden.

De oorzaak van het behoud van het hoge niveau van de edelsmeedkunst op Bali, heeft waarschijnlijk met een aantal zaken te maken. Ten eerste, doordat op Bali de vele ceremonies en festiviteiten om uitbundige, rijk bewerkte gouden, vergulde en zilveren objecten vraagt. Dit is al eeuwen zo, tot op de dag van vandaag. De vorsten waren de eerste afnemers van deze objecten, waarna de edelen en vervolgens iedereen die zich dit kon veroorloven volgden. Op deze manier is dit altijd een belangrijk cultureel aspect geweest, zodat deze kunstvorm behouden kon blijven. Tegenwoordig zijn er nog steeds veel ceremonies, zoals het huwelijk, waar men gouden sieraden, krissen, kronen e.d. draagt (vaak verguld), welke door echte vakmannen hand gemaakt zijn.

Daarnaast heeft ook hier de Pita Maha een bijdrage aangeleverd, want tot de Pita Maha behoorden niet alleen de houtbewerkers, maar ook de beste edelsmeden en andere kunstenaars. Ook de edelsmeden werden gestimuleerd om hun beste werk af te leveren. Niet alleen door de collega edelsmeden en de Pita Maha commissie, maar ook door de hoge financiële vergoeding die de Pita Maha kon realiseren. Dat maakte dat er voldoende tijd was om een hoogwaardig product te creëren. Dat beste werk werd vervolgens gekeurd door de commissie van de Pita Maha en daarna verkocht op één van de exposities of bij de verkooppunten. Ook dit droeg bij aan de wereldwijde faam van de Balinese edelsmeedkunst, doordat de objecten van de Pita Maha leden wereldwijd afname vonden.

In modernere tijden zorgde ook de opkomst van het toerisme voor het levend blijven van de Balinese edelsmeedkunst. Zoals gezegd, is Celuk nog steeds het centrum hiervoor. Sinds de jaren 30 groeide het toerisme exponentieel en werden er souvenirs gemaakt voor de vele toeristen, die gretig aftrek vonden. Ringen, broches, schalen, kandelaars, het kon allemaal. Ook nu nog, zijn deze volop te vinden.

Ook de opkomst van de export en het online winkelen dragen nog steeds bij aan het in stand houden van de edelsmeedkunst. Vele sieraden merken, groot en klein, laten hun sieraden maken op Bali. De bekendste hiervan was Buddha to Buddha, maar heeft dit inmiddels verplaatst naar een ander land. Een bekende Amerikaanse ontwerper is John Hardy, die op Bali woont en zijn inspiratie o.a. haalt uit de Balinese edelsmeedkunst.

Musea

In Nederland hebben het Rijksmuseum, het Wereldmuseum, het Museum voor Volkenkunde en het Tropenmuseum mooie voorbeelden van objecten van edelmetaal uit Indonesië in hun bezit.

In het Museum Nasional in Jakarta, ook wel museum Gadjah genoemd, naar het olifanten beeld dat voor het museum staat (Gadjah betekent olifant), is een uitzonderlijke collectie van gouden voorwerpen te zien op de bovenste etage van het museum. Men waant zich daar in een ware schatkamer: vitrines vol gouden sieraden, een met goud beklede troon, gouden wapens als krissen en bogen, kronen, kledij, schalen en muziekinstrumenten. Zeker de moeite waard om eens te bezoeken.

Al deze voorwerpen in deze musea zijn prachtig referentie materiaal voor de Balinese houten beelden. Wanneer men goed kijkt, zijn veel sieraden en onderdelen hiervan terug te herkennen, wanneer ze vergeleken worden met sieraden in musea.

Back to Top