De Boogschutter

Balinese art deco wood carving archer bali indonesië

De boogschutter was en is nog steeds, een geliefd onderwerp in de Balinese houtsnijkunst. In de bloeiperiode van het art deco houtsnijwerk, werden de mooiste exemplaren vervaardigd.

Deze beelden kenden een aantal poses die we het meeste terugzien: knielend op één knie, staand (al dan niet op een schildpad) en zittend.

De boogschutters zijn zeer expressieve beelden. De boog is vaak zeer groot en prachtig van vorm, gespannen met daarin een lange, strakke pijl. De half ronde vorm van de boog, met daarin halverwege een strakke rechte lijn van de pijl, die vervolgens voorbij de boog uitsteekt en uitkomt in een scherpe pijlpunt, is al een visueel spektakel. En dan hebben we het dus enkel nog over de pijl en boog zelf.

De boogschutters kunnen we wel beschouwen als één van dè hoogtepunten in het vroege art deco houtsnijwerk:
Prachtig gestileerd vormgegeven, maar toch met de meest fantastische geometrische details. Vaak zien we ruitpatronen, gekrulde details en een prachtige uitwerking van het gezicht. De lange, slanke ledematen en het dito lichaam geven het beeld een krachtige, maar elegante uitstraling.

Bovenaan deze pagina staat een voorbeeld van een zeer goed geslaagd vroeg art deco beeld uit de jaren ’30. Dit type is hèt klassieke voorbeeld van een goed gesneden jaren ’30 boogschutter. (hoewel zeldzaam).

Boogschutters waren (en zijn nog steeds) erg geliefd op Bali. Dat verklaart ook hoogstwaarschijnlijk waarom deze voorstelling één van de meest geliefde beelden werd van de vroege art deco periode. Er is niet simpelweg 1 figuur of reden hiervoor aan te wijzen, wel zijn er een aantal belangrijke figuren, die hoogstwaarschijnlijk de inspiratiebron waren voor het snijden van de boogschutters en de boogschutter zo’n populair onderwerp maakten in de houtsnijkunst:

Arjuna

Van Arjuna is een prachtig, gigantisch stenen beeld gemaakt, dat een centrale pek heeft gekregen in Ubud, Bali.

Arjuna is één van de vijf Pandawa broers uit het Mahabharata en is de zoon van de god Indra.

Arjuna staat bekend om zijn ongeëvenaarde vaardigheid met pijl en boog en kan zowel links- als rechtshandig evengoed met de pijl en boog overweg. Hij heeft meerdere ‘heilige’ pijlen, elk met hun eigen mythische kracht, velen hiervan heeft hij verworven tijdens zijn mythische queesten.

Daarnaast is Arjuna een kanppe verschijning om te zien. Volgens de verhalen zouden prinsessen en andere vrouwen, zich meteen aanbieden, wanneer ze hem ontmoetten. Toch staat hij niet bekend als verleider, omdat hij zelf niet het initiatief hierin neemt. Dat is belangrijk, want dit maakt hem toch deugdelijk van aard.

Bij Arjuna is ook Parashurama betrokken, die hem de kunst van het omgaan met diverse wapens leerde. Daarnaast werd hij samen met zijn broers geschoold in de vechtkunst aan het hof door hun leermeester Drona.

De boog van Arjuna heet Gandiva. Dit is een heilige boog die hij kreeg van de god Varuna. Volgens het verhaal wilde Agni, de god van vuur, op een dag het bos Khandavaprastha opslokken, om zo zijn krachten terug te krijgen (vuur heeft bijv. hout nodig om te branden). Dit boos was zo groot, dat hij de hulp inriep van Arjuna en Krishna. Arjuna, bekend als de beste boogschutter allertijden, stemde in, maar wilde hier graag een boog voor terug, welke paste bij zijn kracht, vaardigheid en uitzonderlijke macht. Hierop gaf Agni de opdracht aan Varuna om Arjuna (en Krishna) te zegenen met de wapens die zij nodig hadden. En zo kwam Arjuna een een machtig wapen, dat zelfs voor de goden geschikt was.

Rama

Rama is de zevende avatar van Shiva (een manifestatie van Shiva in andere vorm). Naast het verhaal waarin Rama Shiva’s boog breekt en zo met Sita kan trouwen, is er een verhaal dat nog meer centraal staat op Bali en welke ook een belangrijke link heeft met Sita, namelijk het verhaal van het schieten van het gouden hert (bij het artikel ‘Pita Maha’, staat een voorbeeld van een prachtig houtsnijwerk waarop het gouden hert is geschoten, met de pijl van Rama):

De demonen koning Ravana wilde trouwen met Sita en was dan ook zeer jaloers op Rama. Rama had immers de liefde van Sita verworven. Ravana besloot daarom om Sita te veroveren met een list. Hij instrueerde de demon asceet Maricha om hem te helpen bij zin listige plan. Maricha transformeerde hierop tot een prachtige, gouden hert. Het idee was, dat wanneer Sita het hert zag, ze het zo mooi zou vinden, dat ze het graag wilde hebben en Rama, als loyale man die hij was, zou het dan zeker voor haar gaan vangen. Maricha, inmiddels vermomd tot het gouden hert, liep hierop bewust rond in het bos waar Rama woonde, zodat hij al snel opgemerkt zou worden door Sita..

Sita zag al snel het mooiste hert wat ze ooit had gezien en vroeg aan Rama om het voor haar te vangen. Rama toonde graag zijn liefde aan Sita en gaf meteen gehoor aan deze taak, ook al vertrouwde zijn broer Lakshman het niet. Lakshman zei: ‘Dit hert is te mooi om waar te zijn Rama. Het heeft een glanzende gouden vacht en een gewei bezet met edelstenen, dit kan niet anders dan een demon zijn. We moeten dit niet vertrouwen!’

Rama zei hierop: ‘ook al is dit zo broer, dan schiet ik het gewoon neer. Is het niet zo, dan vang ik het en breng ik het naar mijn geliefde’. Rama vroeg hierop zijn broer om bij Sita te blijven en haar te beschermen, voor het geval er toch sprake was van een list.

Vervolgens spoedde Rama zich naar het bos om het hert te vangen. Hierop rende Maricha diep het woud in, waarmee hij Rama ver weg lokte van zijn geliefde Sita. Steeds dieper en dieper raakte hij verzeild in een dicht begroeid bos, tot hij enorm ver was verwijderd van Sita.

Rama, vond het gouden hert uiteindelijk na een lange achtervolging. tijdens zijn achtervolging was hij steeds meer overtuigd geraakt van wat zijn broer zei: dit moest wel een demon zijn. Het hert was inderdaad te mooi om waar te zijn en leidde hem onnatuurlijk diep het bos in. Een ander hert, zou hij al lang gevangen hebben! Toen Rama het hert uiteindelijk weer zag staan spande hij zijn boog en schoot en pijl naar het hert en doodde het, waarop het transformeerde in een vreselijk wezen: Maricha. Met zijn laatste adem bracht Maricha een vreselijke, luide kreet uit van pijn en stierf..

Deze kreet, was te horen tot het huis waar Sita en Laksman waren. Sita dacht dat dit de kreet was van Rama en maakte zich enorme zorgen. Ze vroeg aan Lakshman om zich naar zijn broer te spoedden en hem te hulp te schieten. Lakshman zat in dubio. Hij zei tegen Sita dat hij een belofte had gedaan aan zijn broer om bij Sita te blijven en trouwens, welke demon kon nou zo machtig zijn, dat hij Rama iets aan kon doen? Rama had namelijk al duizenden demonen gedood. Sita was niet gerustgesteld en speelde in op zijn gevoel. Ze zei: “Er is toch niets belangrijker dan je broer, hoe kan je dan niets doen, terwijl je broer in groot gevaar is?” Dit raakte Lakshman zo, dat hij uiteindelijk besloot om zijn broer te hulp te schieten. Voordat hij vertrok, creëerde hij met zijn boog een magische cirkel om Sita, die haar beschermde zolang zij hierin bleef.

Op dat moment zag Ravana zijn kans schoon en spoedde zich naar Sita. Gehaaid als hij was, vermomde ook Ravana zich, als heilige. Hij liep naar het huis van Sita, waarop Sita hem zag en blij was een heilige te zien. Ze vroeg of ze iets voor hem kon betekenen. De heilige zag er oud en zwak uit en antwoorde, dat hij graag wat te eten en drinken zou willen, omdat hij al lang aan het reizen was. Sita wilde de heilige niets weigeren, maar twijfelde even of ze wel uit de ring moest stappen. De heilige drong aan en zei dat hij erge honger en dorst had. Sita dacht dat zij toch niets te vrezen had van een heilige en stapte hierop uit de magische cirkel. Ze bracht wat te eten en drinken naar de heilige en vroeg wie hij precies was.

Hierop toonde Ravana wie hij werkelijk was en nam zijn eigen gedaante aan. Hij zei: ‘Ik ben Ravana, de koning van Lanka en ik ben hier om jou tot mijn vrouw te maken’. Hierop greep hij haar vast en ontvoerde haar naar zijn Koninkrijk op het eiland Lanka.

Rama spoedde zich ondertussen naar huis, terwijl hij onderweg zijn broer tegenkwam. Samen spoedde ze zich weer terug naar het huis, maar eenmaal daar aangekomen zagen ze dat Sita weg was…

Dit verhaal is tot op de dag van vandaag erg populair op Bali. Het is niet alleen een prachtig liefdesverhaal, het bevat vele wijze lessen. Zo leert men dat arrogantie leidt tot slechte situaties. Zo was Rama zo zelfverzekerd van zijn eigen kracht, dat hij niet vertrouwde op het oordeel van hen die het beste met hem voorhadden. Ook het hebben van teveel vertrouwen onder verdachte omstandigheden, loont niet, zoals Sita merkte met Ravana. Dit kan ook geïnterpreteerd worden als: een vrouw dient niet alleen met een vreemde man te zijn, dan gebeuren er slechte dingen. Ook leren we uit het verhaal dat je de beloftes die je maakt, dient na te komen. De mensen die je hierin vertrouwen rekenen op je en zodra je dit, om welke reden dan ook, eenzijdig besluit niet na te komen, kan het niet anders dan verkeerd uitpakken, zoals ook gebeurde, nadat Lakshman de belofte aan Rama verbrak om hem te hulp te schieten.

Shiva

Shiva staat bekend als de beste boogschutter aller tijden. Als zeer belangrijk figuur in het Balinese Hindoeïsme, kunnen we natuurlijk niet om zijn rol heen, zelfs niet als het om boogschieten gaat. Sterker nog, Shiva kruist zelfs wegen met Arjuna in een bekend verhaal. In de vroegste afbeelding in India

Vijaya is de naam van een boog van Shiva (Pinaka is ook een naam van een boog die door Shiva gebruikt word). Gemaakt door de heer Parashurama (de zesde avatar van Vishnu). Deze boog werd gemaakt, zodat Vishnu een machtig koninkrijk kon verwoesten, genaamd Tripura (Tri staat voor drie en Pura staat voor een heilige/belangrijke plek), dat bestond uit drie machtige steden, die de rest van de wereld domineerde. Deze steden werden gezien als goddeloos en namen daarnaast een dominante plek in het universum in. Elke stat had zijn eigen plek en een eigen materiaal waaruit het was opgetrokken. De ijzeren stad bevond zich op aarde, de zilveren stad in de lucht en de gouden stad bevond zich in de hemel. Nu was het zelfs zo dat deze steden zich konden verplaatsen, maar nooit in één lijn met elkaar lagen, uitgezonderd 1 dag in de 1000 jaar. Hierdoor waren de steden moeilijk te belagen en konden ze vrijwel niet vernietigd worden. De oppermacht van de drie steden maakten hen kwaadwillend, waarbij vele onschuldigen werden gekweld en overheerst. Zoals vaak corrumpeerde ook hier macht.

Dit kon toch onmogelijk zo blijven? Inderdaad, want toen de drie steden na een lange 1000 jaar eindelijk in één lijn met elkaar lagen, zag Shiva zijn kans. Om dit machtige Koninkrijk te vernietigen, had hij een nog machtiger wapen nodig. Daarom werd zijn boog gemaakt uit de heilige berg Meru, de naga Basuki werd het koord van de boog, Vishnu werd de pijl en Angi (de vuurgod) werd de pijlpunt. Shiva spande zijn boog toen de drie steden in één lijn lagen met elkaar en…vuurde niet!

In plaats daarvan glimlachte hij, waarop de steden in vuur en vlam raakten. Shiva toonde hiermee zijn superieure kracht: hij kan alles vernietigen/creëren in een oogwenk, zonder hier ook maar één wapen voor nodig te hebben.

Toch besloot hij direct hierna zijn pijl en boog af te vuren, omdat hiermee de reputatie van de andere goden (devas) en het nut van het creëren van de boog niet ondermijnd werden.

Shiva redde hiermee de wereld van de tirannie van de Tripura. Shiva wordt in dit verhaal ook wel aangeduid met de naam Tripurantaka: hij die Tripura vernietigd.

Dit verhaal illustreert de oppermacht van Shiva en het goedaardige karakter dat hij heeft. Ook laat het duidelijk merken dat als het moet, Shiva ongeëvenaard is in de strijd. Natuurlijk zien we in dit verhaal ook terug, dat goed wint van het kwaad en de goden de balans hierin altijd zullen bewaken.

Vishnu

Vishnu heeft een boog, welke Sharanga heet (ook voor deze boog word de naam/term Pinaka gebruikt). Deze werd gecreëerd door de god Devendra, samen met nog een boog, van evenredige kracht. De ene boog werd aan Vishnu gegeven, de ander aan Rudra, zodat zij konden testen wie de sterkste van de twee was. Al snel kwamen zij tot de conclusie dat een strijd zou zorgen voor een totale destructie, besloten zij de strijd niet aan te gaan.

De Shiva Danush werd naar de aarde geworpen, waar hij werd gevonden door Koning Janaka, de vader van Sita. Deze boog was zeer machtig en werd bewaard op een tafel. Niemand kon deze tafel op tillen, maar toen Sita aan het spelen was met haar zussen, tilde zij zonder enig besef, de tafel toch op. Haar vader besloot toen om deze boog het middelpunt van haar huwelijksceremonie te maken: de man die deze boog kon bespannen, zou met haar mogen trouwen. Toen Rama dit hoorde, wilde hij dit natuurlijk ook proberen. Tijdens zijn poging brak de boog, wat een teken was van zijn kracht en geschiktheid, waardoor hij toestemming kreeg om met Sita te trouwen.

Srikandi

Srikandi is een vrouwelijk figuur uit de Mahabharata. Ze is de jongste dochter van de Koning van Panchala, genaamd Drupada.

Haar vader verbande haar toen zij nog haar originele naam droeg, Amba. Hij verbande haar uit zijn koninkrijk, omdat zij met de grote krijger Bishma wilde trouwen. Bishma wees haar af, omdat hij nooit wilde trouwen en puur wilde blijven. Dit bracht schande over Amba. Toch bleef Amba/Srikandi naar Bishma verlangen en probeerde hem jaloers te maken, door andere koningen het hof te maken. Deze wezen haar bijna allen af, uit angst voor de wraak van Bishma. Ondanks dat hij niet met haar wilde trouwen, werd het wel gezien als gezichtsverlies, als Amba een andere man zou trouwen. Dit gedrag maakte haar vader razend, waarop hij haar verbande uit zijn koninkrijk. Vanaf toen leefde zij in het bos en besloot een man te worden, met de naam Srikanda.

Belangrijk om te weten is, dat bij de Indonesische versie, Amba vrouwelijk bleef, en daarom de naam Srikandi draagt.

Later zocht zij haar toevlucht in boetedoening en kreeg hierop blauwe lotussen van de god van de oorlog, Kertikeya. Er werd gezegd dat diegene die deze blauwe lotussen droeg, uiteindelijk de dood van Bishma zou veroorzaken.

Nogmaals wende zij zich tot een machtig rijk om haar eer te verdedigen tegen Bishma, maar ook dit rijk weigerde. Uit woede hing zij de krans aan de poort van dit rijk.

Amba richtte zich tot Shiva om zo gehoord te worden in haar verzoek om wraak op Bhima. Shiva vertelde haar dat zij uiteindelijk zijn dood zou veroorzaken, maar niet in haar huidige leven, maar wanneer zij zou incarneren. Hierop doodde Amba zichzelf

Zij reïncarneerde vervolgens als Srikandi.

Uiteindelijk ontmoet Srikandi Arjuna op zijn bruiloft, waar hij met Subhadra zou trouwen. Ze wordt verliefd op hem en besluit om hem voor zich te winnen. Srikandi word hierop Arjuna’s leerling in het boogschieten. Zoals we weten stond Arjuna bekend als de beste boogschutter en zo werd ook Srikandi een uitzonderlijke boogschutster na het voltooien van haar training. Zij besluit Arjuna te vertellen dat hij haar als vrouw kan hebben, maar dan moet hij wel een vrouw vinden, die haar kan verslaan met boogschieten. Arjuna zoekt daarop de beste vrouwelijke boogschutster die hij kent en kiest hiervoor Larasati. Tijdens de wedstrijd, verliest Srikandi met opzet en zo wint zij Arjuna voor zich.

Arjuna en zijn broers raken in oorlog met de Karauva familie, waar Bhisma onderdeel van is. In deze oorlog neemt ook Srikandi deel. Tijdens de oorlog treffen Srikandi en Bhisma elkaar en Srikandi wilt eindelijk wraak nemen. Dat is nu gerechtvaardigd, omdat Bhisma inmiddels tot de ‘slechteriken’ behoort. Echter, Bhisma herkent Srikandi als Amba en wiegert met haar (of met een vrouw, in sommige versies) te vechten.

Uiteindelijk word Bhisma gedood, doordat Arjuna en Krishna Srikandi gebruiken in hun gevecht tegen Bhisma, door Srikandi voor hen te plaatsen. Bhisma weigert namelijk te vechten met haar en kan zo niet terugvechten. Hierop blijft Arjuna pijlen afvuren op Bhisma, waardoor hij uiteindelijk sterft.

En zo is Srikandi uiteindelijk alsnog de oorzaak van de dood van Bhisma..

Jemparingan

Java boogschutter archer photo black white

Jemparingan is een (wedstrijd)oefening, waarin het boogschutten al zittend, in kleermakerszit, word beoefend. Dit werd met name in de kraton (paleis) Djokjakarta/ Yogyakarta op Java beoefend en was voorbehouden aan de leden van het hof en nobel mannen, voordat het in latere tijden ook voor anderen toegankelijk werd. Zoals zoveel zaken in Indonesië, was ook Jemparingan niet enkel een sportoefening. het werd gezien als een oefening voor zowel het lichaam als de geest. De geest moest kalm zijn, om goed te kunnen schieten. Symbolisch werd bij deze vorm van boogschieten de draad van de boog niet gespannen op mondhoogte, maar op borsthoogte, het centrum van het lichaam. Het centrum van het lichaam moest dus kalm zijn, om goed te kunnen schieten.

Oorspronkelijk werd deze wedstrijd gehouden, met een opstelling waarbij de boogschutters tegenover elkaar zaten in een rij, met in het midden van het veld het doel. Misschieten was dus een pijl afvuren in de richting van een andere deelnemer. Of dat ooit is misgegaan…?

We weten dat tijdens de opkomst van de Islam op Java, het Hindoeïstische Oost-Java lang stand hield en vervolgens leden van de koninklijke familie en hun aanhang, toevlucht zochten op Bali. Zij namen eigen gebruiken, cultuur en kunst mee. Het is zeer goed mogelijk dat ook deze zeer specifieke vorm van boogschieten, werd meegenomen. De Hindoeïstische Javaanse adel stond ook op Bali in hoog aanzien en vele gebruiken werden dan ook geïntrigeerd met de lokale Javaanse gebruiken. Het is goed mogelijk, dat ook deze vorm van boogschieten werd overgenomen, al dan niet in een andere vorm. Dat zou kunnen verklaren, dat we ook in de vroege art deco periode houten boogschutters zien, zittend op beide knieën.

java archer contest black white photo


Back to Top